NORTH COAST 500 – EUROPA’S MOOISTE ROAD TRIP
Deel 3 – de noordkust
In dit derde deel van ‘De North Coast 500 – Europa’s mooiste road trip’ gaan we langs de noordkust van de Hooglanden, van desolaat naar sprookjesachtig. Het landschap en de wegen worden mooier en mooier. Als je de North Coast 500 tegen de klok in rijdt, dus via de oostkust naar de noordkust en vervolgens naar de westkust, en je keert weer terug naar het beginpunt bij Inverness, je belevenissen overpeinzend van achter een koele pint lager of een mooie Schotse whisky in die pub waar het leven zo goed is en andere gasten als vrienden zijn, dan is dat hoe je terugkijkt op deze road trip. Gegarandeerd.
Route
Deel 2 sloot af met de aankomst in John O’Groats. In deze plaats eindigt niet alleen de bewoonde wereld, maar ook ‘LEJOG’ oftewel ‘Lands End – John O’Groats. Deze populaire route van het uiterste zuidwesten naar het uiterste noordoosten, die ieder Brit een keer gelopen, gefietst of gereden moet hebben, is de langste trip die je op het vasteland van het Verenigd Koninkrijk kunt maken. Minimaal zo’n 1.400 km, vergelijkbaar met een rechte lijn tussen Amsterdam en Barcelona.
Duncansby Head
Voordat je vanuit John O’Groats westwaarts gaat, kun je ’s ochtends nog een kijkje nemen bij de ‘stacks’ van Duncansby Head. De vuurtoren markeert het uiterste noordoostelijke punt van het vasteland en vanaf hier heb je een fraai uitzicht op twee markante puntige rotsen die op zo’n 200 meter uit de kust vanuit de zeebodem lijken te groeien. Niet al te ver hiervandaan ligt overigens ook het noordelijkste punt van het vasteland, beter bekend als Dunnet Head. Vanaf dit schiereilandje krijg je een mooi beeld van de ruige Schotse noordkust.
Bettyhill
Na al deze uitersten kan de nieuwe rijdag beginnen. Thurso, op zo’n 30 km ten westen van John O’Groats, is de laatste ‘grote’ plaats die je komende paar dagen te zien krijgt dus als je supermarktwaar nodig hebt dan is dit je kans. Stel ook het tanken niet te lang uit, want tankstations liggen niet voor het oprapen in dit deel van Schotland. Het landschap blijft ondertussen nog even zoals het was; kaal, vrij vlak en verlaten. Dat verandert als je halverwege de noordkust bent. Naarmate Bettyhill nadert wordt het landschap heuvelachtig en groen en de wegen gaan steeds meer slingeren.
Schapen en – afhankelijk van de tijd van het jaar – hun lammetjes liggen langs de weg en staren je dromerig na. Ook de Schotse Hooglanders zul je meermaals ‘in het wild’ tegenkomen.
Deze weidedieren zijn weliswaar gewend aan het feit dat auto’s op vrij korte afstand langs rijden, maar wees wel bedacht op de uitstapjes die zij op het asfalt kunnen maken; er staan geen afrasteringen langs de wegen!
Je voelt het aan alles – die onvergetelijke landschappen zitten eraan te komen! Bettyhill is een mooie plek om eerst nog even de benen te strekken. Je kunt dat langs één van de strandjes doen, maar het Strathnaver Museum is ook een bezoek waard als wat meer wil weten over de streek wil weten. Stel je geen groots en meeslepend museum voor; het is klein en wordt gerund door enkele lokale vrijwilligers. Het museum staat in het teken van de ‘Highland Clearances’, de ontruiming van de Hooglanden, een zwarte bladzijde uit de geschiedenis van Schotland. In de 19e eeuw werd het voor de grootgrondbezitters steeds aantrekkelijker om tot schaalvergroting van de schapenteelt over te gaan, met als gevolg dat de kleine boeren die de grond van de ‘clans’ pachtten werden verdreven. Eerst door financiële prikkels, later met geweld. Dat de Hooglanden zo dunbevolkt zijn vindt zijn oorsprong in deze gebeurtenissen. Bij het museum is een begraafplaats aanwezig waar de Farr Stone, een ongeveer 1200 jaar oude grafsteen, te bewonderen is.
Kyle of Tongue
Verder naar het westen rijdend doemt de Kyle of Tongue op. Het is één van de grotere baaien in de noordelijk kust die via een brug overgestoken kan worden. In deze dam bevindt zich een uitkijkpunt waar vandaan je een prachtig zicht hebt op Ben Loyal (764 m) en Ben Hope (927 m), de noordelijkste hoge bergen van Schotland. Het oversteken van deze baai betekent ook dat het land van de ‘single track’ wegen wordt betreden. Een groot deel van de wegen die je vanaf hier rijdt, zijn te smal om tegenliggers of trage voorliggers te passeren. Om passeren mogelijk te maken zijn om de paar honderd meter passeerplaatsen aangelegd. Dit zijn wegverbredingen die zich (meestal) aan één zijde van de weg bevinden waar een paar auto’s achter elkaar kunnen staan.
Passeerhavens
Het gebruik van de passeerhavens is niet ingewikkeld. Beleefdheid staat voorop dus wie het eerst bij zo’n haven is wacht daar zodat de tegenligger kan passeren. Het betekent goed vooruit kijken en inschatten bij welke passeerplaats de ‘ontmoeting’ plaatsvindt. Mocht je het heel rustig aan willen doen gebruik ze dan ook om de achterligger(s) je te laten passeren. En … gebruik ze nooit om te parkeren om ‘even snel’ die ene prachtige foto te maken! Als je eenmaal een beetje aan deze smalle wegen gewend bent en je de dans bij de passeerhavens door hebt, dan is het rijden van deze wegen ongelofelijk genieten.
Durness
Loch Eriboll is de volgende baai die in zicht komt; we zitten dan inmiddels al in het noordwestelijke deel van de Hooglanden. In deze baai is geen brug aangelegd; de weg leidt je er keurig omheen en in dit landschap zijn die extra kilometers alles behalve een straf. Voordat deze rijdag beëindigd wordt is een stop in Durness aan te bevelen. Hier bevindt zich een magnifieke grot, de Smoo Cave.
Vanaf de weg loop je er zo naartoe en het is de moeite van het afdalen van de trappen zeker waard. Te voet kun je het eerste deel van de grot zien, die door de getijde werking van de oceaan is ontstaan en die mooi is uitgelicht. Maar wil je de full monty, betaal dan wat ponden om mee te kunnen gaan in een rubber bootje dat het tweede deel van de grot invaart. Het deel dat is uitgesleten door een ondergronds riviertje. Het bootje brengt je in een omgeving die je nog het beste kunt omschrijven als Lord of the Rings meets Indiana Jones. Regenjassen worden erbij geleverd want je houdt het niet droog.
Cacoa Mountain
Je verwacht het niet van deze plek op de aardbol, maar vlakbij Durness vind je een chocolaterie annex koffiebar waar de lekkerste chocolademelk ter wereld wordt geschonken. Cacoa Mountain heeft deze faam. Of deze faam terecht is kun je alleen uitvinden door er eentje te bestellen. Als je in deze buurt op zoek gaat naar een hotel, dan is de keuze vrij beperkt. Durness biedt wat overnachtingsmogelijkheden. Heb je genoeg aan een basic hotel, maar wel behoefte aan een fantastisch uitzicht, boek dan een kamer in Rhiconich Hotel. Behalve het hotel, de bar (een publiek deel en een deel voor de gasten) en het uitzicht is er niets. Maar echt, na deze dag heb je ook niets meer nodig.
Als je meer wil weten over de overnachtingsmogelijkheden, de route of de bezienswaardigheden, neem dan contact op met Jan Blom van Bends and Curves road tripping. In het volgende en laatste deel lees je alles over het allermooiste deel van deze road trip: de westkust en de onvergetelijke Bealach Na Ba.
Dit artikel is geschreven door Jan van Bends and Curves. Hij is een gepassioneerd liefhebber van het maken van roadtrips en Engelse sportwagens, in het bijzonder de Lotus. Wil je meer weten over de roadtrips die Jan organiseert of over klassieke Engelse sportauto’s? Bezoek dan zijn website, laat een comment achter onder dit artikel of stuur een mail naar enjoythegoodlifeblog@gmail.com. Heb je een leuk idee voor een samenwerking met ENJOY!? Kijk dan hier voor alle mogelijkheden.
ENJOY! the roadtrip
Beeld: Jan Blom, Henri van Gelder en Pixabay.
Wij zijn op zoek naar jou!
Ook zin om voor ENJOY! te schrijven? Wij zijn nog op zoek naar gast bloggers die artikelen willen schrijven over beauty, sport, mindfulness/happiness, wine&drinks en/of reizen. En ook een mannelijke redacteur zou zeer welkom zijn! Je hoeft geen literair schrijver te zijn. Als je jouw passie maar over weet te brengen op de lezer. Lijkt dit je leuk? Stuur dan een mail naar: enjoythegoodlifeblog@gmail.com
♥ Bewaar voor later op Pinterest ♥